Zoeken
Sluit dit zoekvak.
Betuws Best streekmerk

Een streekmerk met marketingpower: goed voor landbouw, horeca en recreatie

De consument is steeds vaker op zoek naar levensmiddelen waarvan de herkomst bekend is. Toeristen zijn ook een doelgroep voor regionaal geproduceerde producten; want daarmee krijgen zij letterlijk de smaak te pakken van hun vakantiebestemming. Maar hoe herken je de producten uit de streek? En hoe haal je, als regio, het meeste rendement uit streekproducten.

Richard de Bruin, directeur van Stichting Bureau Toerisme (SBT) in Rivierenland, ziet goede kansen voor diverse ontwikkelingen rond streekproducten: “Rivierenland is een plattelandsgebied waar veel, en een grote variëteit, aan streekproducten wordt geproduceerd. In Frankrijk ben je dan een ‘rijk’ gebied, want dat levert veel authentieke smaken op. In Frankrijk wordt de lokale productie gepromoot door een professionele marketingorganisatie. De consumenten waarderen dat, en zien in lokaal geproduceerde producten een meerwaarde, waar ze ook meer voor willen betalen. In Nederland is het vaak lastig om erachter te komen welke producten echt uit de streek komen.”

Streekproducten – gelinkt met veel andere sectoren

Bij streekproducten kun je je een hele reeks aan activiteiten voorstellen; het kraampje met kersen langs de weg, de kaasboerderij, of de boerderijwinkel. De individuele activiteiten zijn vaak kleinschalig van opzet en gelden als neventak van een land- en/of tuinbouwbedrijf. Als je bekijkt hoeveel er in de hele regio wordt geproduceerd, dan is de omvang van deze sector aanzienlijk. Bovendien bedienen de streekproducenten ook weer andere kanalen. Zo kan de horeca zich profileren met gerechten uit de streek. Vaak kennen de restaurateurs de producenten persoonlijk en wordt het verhaal van de producent ook gedeeld in het restaurant. Ze bieden als het ware de smaak van de streek. Ook winkels nemen steeds vaker streekproducten op in hun assortiment. Ook hier is wederom het lokale verhaal een meerwaarde – en bovendien kennen lokaal geproduceerde producten (de zogenaamde ‘korte keten’) een minder voedselkilometers. Bovendien steunt elke consument met de aankoop van streekproducten de eigen lokale/regionale economie wat weer goed is voor de ontwikkeling in het hele gebied. Oftewel: #supportyourlocals.

Is centrale marketing vanwege de kleinschaligheid van streekproducten niet lastig te organiseren?

De Bruin: “De kleinschaligheid biedt inderdaad voor- en nadelen. De authenticiteit en de charme van het persoonlijke verhaal zorgen voor een meerwaarde: consumenten zijn vaak bereid daar wat extra’s voor te betalen. Veel kleinschalige ondernemers hebben helaas niet het budget, de know- how en de marketingpower om breed bekendheid te genereren. Daarom pleit ik ook voor het centraal aansturen en ondersteunen van de streekproducenten. Hun aantrekkelijkheid zorgt niet alleen voor meer omzet binnen hun eigen bedrijf, maar ook bij de horeca, de winkels en in de recreatiesector. Als je die zaken koppelt, dan kun je veel meer doen rond streekproducten. De bijdrage voor streekproducenten kan dan bescheiden blijven: dit wordt verder aangevuld met aanhakende bedrijven uit retail, horeca en recreatie. Ik wil ook een beroep doen op de regionale of provinciale overheid voor een financiële impuls om het vliegwiel rond streekproducten in gang te zetten.”

Welke structuur is nodig om streekproducten te vermarkten?

De Bruin wijst nogmaals naar Frankrijk; “Daar wordt centraal samengewerkt; en wordt de marketing van een streeklabel centraal georganiseerd. Die kant moeten we ook op in Nederland; en de Betuwe loopt daarin al voorop. In 2019 werd het label ‘Betuws Best’ gelanceerd, waarmee we de erkende streekproducenten herkenbaarder maken. Dat maakt ook richting de consument duidelijker dat en product ook werkelijk in de streek is gemaakt. Wij willen het initiatief niet laten ophouden bij het vermarkten van een label, maar kijken ook verder. De rol van samenwerking is daarin heel belangrijk. Hoe koppel je de charme van een streekproduct aan horeca en recreatie. Een van de positieve mee koppel ontwikkelingen hierin is de realisatie van een centrale attractie rond streekproducten waarin je kunt kopen, proeven zien en beleven. Dat wordt De Streeckerij in Wadenoijen.”

Doorbouwen op bestaande structuren

Het label ‘Betuws Best ‘ bouwt voort op werkzaamheden die de afgelopen jaren zijn verricht door het POP3 project ‘Lekker Lokaal Rivierenland’. Dit was een project, gesteund door de Europese Unie en provincie Gelderland, om streekproducenten in de korte keten te ondersteunen en stimuleren in hun ambities. Het project werd georganiseerd vanuit een samenwerking van vier Betuwse gemeenten en een agrarisch producent: Culemborg, Buren, Tiel, West Betuwe en Noordam Zuivelbedrijf uit Hellouw.

Jolijn Zwart-van Kessel was de initiatiefnemer van dit project en legt uit wat daar de afgelopen jaren is gerealiseerd: “Producenten van streekproducten kregen o.a. workshops aangeboden om hun korte keten kennis te verbeteren en kennis te nemen va de marketing van streekproducten. Ook werden er ontmoetingsmomenten georganiseerd tussen producenten van streekproducten en horeca en detailhandel in het gebied. Daar bleek dat de ontmoetingsmomenten tussen de streekproducenten onderling ook van grote meerwaarde waren. Veel ondernemers namen de producten van hun collega’s op in het assortiment van elkaars winkel. En is vanuit het project de opdracht voor de ontwikkeling van streekmerk Betuws Best tot stand gekomen.”

Ook voor het toerisme in de regio ziet Jolijn Zwart kansen: “Stichting Dutch cuisine is een initiatief dat het gebruik van seizoens- en lokale producten in horeca stimuleert. Zij ontwikkelen ook routes langs horeca en producenten van producten. Deze vorm van culinair toerisme is (ook internationaal) enorm in opkomst.” Toch waarschuwt Zwart-van Kessel dat je met het koppelen van streekproducten aan toerisme wel voorzichtig moet zijn: “Niet iedereen in de agrisector wil en kan optreden als gastheer. Niet iedereen zit te wachten op bezoekers die meekijken op het erf en in de keuken van het agrarisch bedrijf. Daarom moet je goed selecteren welke agrarisch producenten meedoen met locaties waar je hun eigen en streekproducten van andere agrarisch collega’s met minder gastheer interesse presenteert. Er zijn behalve het zijn van bezoeklocatie volop andere mogelijkheden: bijvoorbeeld met een documentaire op het bedrijf of een fotoshoot die je weer inzet op locaties waar het product verkocht wordt en/of online, zodat ook het verhaal van iemand met een prachtig streekproduct en verhaal maar die geen gastheer ambities heeft verteld wordt. Meer agrarische bezoeklocaties in de streek die zichtbaar worden via het toeristisch aanbod van het Regionaal Bureau Toerisme dat zou echt heel mooi zijn voor het gebied, aldus Zwart-van Kessel.”

De Streeckerij – locatie waar alles fysiek samen komt

Een van de initiatieven om Betuwse producten nog beter te profileren is de komst van een regionale attractie gethematiseerd rond de streekproducten: De Streeckerij. Een initiatief van de Bruin van RBT Rivierenland. Daar wordt op dit moment aan gewerkt in Wadenoijen (nabij Tiel). Initiatiefnemer is fruitkweker Aart Blom, die hoopt dit najaar te kunnen beginnen met de bouw. Blom heeft al heel wat voorbereidend werk verricht: “Toen we met dit initiatief startten moesten we agrarisch producenten in de regio ervan overtuigen dat we geen concurrent worden van lokale streekwinkels, maar juist versterkend werken. Kijk bijvoorbeeld maar eens naar de horeca. Op locaties waar veel horeca bij elkaar zit, wordt het automatisch drukker. We gaan in de Streeckerij vooral een belevingscentrum maken met o.a. een pluktuin die bijna jaarrond te bezoeken is, presentaties van productbereiding; en ook speelgelegenheid voor kinderen. Vanuit De Streeckerij verwijzen we door naar de producenten in de regio; en lokale producenten krijgen er met dit belevingspark ook een verkoop- en marketingpunt bij.”

Meer informatie:

Dit artikel is gepubliceerd in:

NRIT Media
Pretwerk

Winkelwagen
Scroll naar boven